DE WONDERE WERELD VAN YOUTUBE.
Tot voor kort kon je mij gerust een muzikale analfabeet noemen wat het klassieke genre betrof. Dat was ook niet zo verwonderlijk. Behalve dat ik van nature muzikaal onbegaafd ben, kreeg ik op dit terrein ook weinig van huis uit mee. Mijn ouders gingen nooit naar klassieke concerten, ze luisterden überhaupt nauwelijks naar klassieke muziek.
Wij hadden thuis wel een piano staan (best bijzonder in onze
kringen), die bij mijn grootouders vandaan kwam. Hoewel mijn moeder hem trouw
elk half jaar liet stemmen, deed hij vooral dienst als onderzetter. Ze speelde
hoogstens in de daarvoor bestemde periode enkele Sinterklaas- en kerstliederen.
Wij (de vier dochters) taalden niet naar de piano en we werden ook niet
gedwongen te spelen (waarschijnlijk omdat pianolessen duur waren). Verder dan
het hameren van de vlooienmars zijn we nooit gekomen.
Op mijn 8e werd ik tegenstribbelend naar blokfluitles
gestuurd, gegeven door een dorre, bijschnabbelende onderwijzer in een vooral in
de winter naargeestig en koud schoolgebouw. Mijn ouders vonden dat dit bij een
goede opvoeding hoorde (zo werd ik ook aan gymnastieklessen onderworpen, met eenzelfde
resultaat). Ik haatte het geriedel op de blokfluit en al gauw vertoonde ik me niet
meer bij de les, maar verschool me in de lokale bibliotheek waar ik boeken over
vreemde volken en geschiedenis verslond. [Deze vluchtreactie heeft jaren later geleid
tot een ongelukkig uitpakkende studiekeuze, maar dat is een ander verhaal.]
Mijn weerzin ontging uiteindelijk ook mijn ouders niet, zodat mijn jongere
zusters deze beproeving bespaard is gebleven.
Toen een vriendinnetje voor haar verjaardag een gitaar
kreeg, haalde ik mijn vader over nieuwe snaren op de (uit zijn tijd bij de
marine stammende) banjo te zetten, zodat we als duo konden opereren. Zij was al
net zo min muzikaal angehaucht als ik
en zelfs met herculeïsche inspanningen bleven we steken bij de uitvoering van
één enkel lied: Old Black Joe.
Nee, het zal nooit wat worden tussen mij en enig
muziekinstrument. Zingen doe ik wel graag, maar helaas, een schorre kraai
brengt met mij vergeleken hemelse klanken voort, dus ik laat me slechts horen
in zeer grote gezelschappen waar dit gegarandeerd niet opvalt. Ik heb overigens
wel een redelijk goed muzikaal gehoor: ik merkt het direct als een musicus er
ook maar een fractie naast zit (bij ‘normale’ muziek tenminste) en ik vlei me
dan ook met de gedachte dat ik uitstekend kan beoordelen of een uitvoering goed
of slecht is –anders zou ik me uiteraard nooit aan deze serie wagen.
Mijn muzikale ontwikkeling is tot voor kort blijven steken
in mijn studententijd (begin zeventiger jaren). Het geldt, denk ik, voor de
meeste mensen dat ze datgene wat ze in deze periode van hun leven hebben leren
appreciëren mooi blijven vinden. Mijn muzikale smaak varieerde van ‘seventies’
(gitaar)pop via Keltische, Engelse en Franse folk(rock) tot dansmuziek uit de
Middeleeuwen en Renaissance.
Een groot deel van mijn muzikale voorkeur is bij toeval
ontstaan. De Bretonse bard Alan Stivell
leerde ik bijvoorbeeld kennen tijdens onderzoek in Zuid-Frankrijk (dankzij een
hippie-echtpaar dat met spijkerbroeken langs de plaatselijke markten trok);
Franse folk door de ‘bals’ die in de zomer wekelijks in mijn onderzoeksgebied
werden gehouden. Middeleeuwse dansmuziek is hier in feite de voorouder van. In
deze tijd was er bovendien in de Minderbroederstraat in Utrecht een
fantastische platenzaak (De Discus, helaas al lang geleden gesneefd), die een
ruime collectie van dit soort platen had. Ik bezocht ook regelmatig folkconcerten.
Daarna nam mijn belangstelling voor muziek danig af. Ik was
in ieder geval niet van zins er veel geld aan te besteden. Nog altijd bestaat
het grootste deel van mijn muziekcollectie uit oude vinylplaten (en de
cassettebandjes die ik maakte van cd’s die ik uit de Utrechtse bibliotheek
leende en die ik nu alleen nog op een bejaarde walkman af kan spelen). Deze
situatie duurde voort tot enkele maanden geleden, want toen ontdekte ik de
wonderwereld van YouTube.
Natuurlijk had ik daarvoor wel eens een filmpje opgezocht
van een oude favoriet. [Dit kan overigens een behoorlijke deceptie opleveren
als die nog steeds actief is en je ideaalbeeld wreed aan flarden gescheurd wordt
door de ontdekking dat ook hij/zij aan de tand des tijds ten prooi is gevallen
en behoorlijk kaal, dik en/of rimpelig is geworden.] Ik had echter nooit
fanatiek rondgesurft en verkeerde in de veronderstelling dat er alleen filmpjes
van hoogstens 10 à 15 minuten voorradig waren.
Enkele jaren geleden stuitte ik op Goede Vrijdag toevallig
op een tv-programma met een moderne versie van de Matthäus-Passion, die ik op zich wel intrigerend vond, maar die me
zeker niet zou zijn bijgebleven als enkele koorstukken me niet bekend waren
voorgekomen. Door osmose had ik namelijk enige vertrouwdheid met het klassieke
‘hitrepertoire’ verworven, zonder echter in de meeste gevallen te weten wie een
bepaald stuk had geschreven en hoe het heette. Ik ben toen op YouTube naar
uitvoeringen van de Matthäus-Passion gaan zoeken en kwam de versie van Ton Koopman en het Amsterdam Baroque Orchestra tegen (al talloze malen op Goede
Vrijdag op de tv vertoond). [Deze was oorspronkelijk in twintig brokken verdeeld, wat het beluisteren niet aangenamer maakt. Er was een playlist beschikbaar, maar daarop stond alles in de omgekeerde volgorde!] Ik pikte er dus hoogstens wat aria’s en
koralen uit en sloeg de rest over.
Ik kwam dezelfde aria’s ook in andere uitvoeringen tegen,
o.a. de versie van Karl Richter met
het Münchener Bach-Chor en Bach-Orchester, die ik eigenlijk mooier
vond. Ik was dus maar wat blij toen ik deze paastijd een playlist van Richters Mattheus Passion uit de krochten van YouTube
opdiepte en helemaal verguld toen ik ontdekte dat deze ook volledig op de
website te vinden is. Die liet ik lekker uit mijn computer opklinken terwijl ik een
fotoboek aan het maken was. Ik vind de recitatieven nog steeds slaapverwekkend, maar
sommige aria’s zijn zeer ontroerend. [Inmiddels is ook de versie van Ton Koopman in handzamer formaat op YouTube te vinden (I & II), evenals de volledige uitvoeringen van Philippe Herreweghe en Peter Dijkstra.]
YouTube bleek zich dus helemaal niet tot korte video’s te
beperken. Het is een goudmijn met talloze complete concerten, complete opera’s
en complete films (zij het soms in een exotische taal nagesynchroniseerd). Helaas
verdwijnen deze (vooral de films) met de regelmaat van de klok ook weer van het
toneel, als een gebruiker ze na enige waarschuwingen wegens overtreding van het
auteursrecht van de website afhaalt, of zelf uitgesloten wordt.
Ik begrijp niets van de politiek van de platen- en
filmmaatschappijen op dit punt. Ik heb wel eens schertsend tegen mijn vrienden
gezegd dat je door YouTube nooit meer een plaat hoeft aan te schaffen, maar in
feite is het tegendeel waar: ik heb dankzij YouTube juist cd’s gekocht, van
artiesten waarvan ik zonder deze website nog nooit gehoord zou hebben. Je kunt
het materiaal van YouTube (voor zover ik weet) niet downloaden, alleen op je
computer bekijken. De audio- en vooral de videokwaliteit is meestal zo bedroevend dat deze
voor de ware affectionado's onacceptabel is en de aanwezigheid ervan op het web zal
hen er niet van weerhouden een cd of dvd aan te schaffen. De rest van het
publiek zou deze so wie so niet
gekocht hebben. Bovendien raakt de liefhebber niet gefrustreerd door de
aanschaf van een schijf die in de praktijk toch blijkt tegen te vallen en kan
de wens ontstaan een concert ook live mee te maken. De muziekproducenten kunnen
er dus alleen maar bij winnen, wat ook blijkt uit het feit dat sommige musici
zelf materiaal op YouTube zetten. Ten slotte: al maakt men een gebruiker bang
of sluit hem uit, er is altijd wel een ander die dezelfde video op YouTube zet. Dus het is een gevecht tegen de bierkaai.
De afgelopen maanden heb ik een flinke stap vooruit gedaan in de
muziekgeschiedenis: van de Renaissance naar de Barok. Wikipedia (vooral de Engelstalige) is
ideaal voor het vinden van de nodige achtergrondinformatie. Als je op YouTube bijvoorbeeld
een spraakmakende opvoering van een Händel-opera aantreft, levert Wikipedia de synopsis, de opvoeringsgeschiedenis
en zelfs de rolverdeling bij de eerste opvoering. Heb je interesse opgevat voor
de Stabat Mater, dan verschaft YouTube de
volledige bewerkingen van diverse componisten en tref je op Wikipedia de tekst
plus vertaling aan. Zo kan je dus binnen de kortste keren een veelomvattende muzikale
educatie opdoen.
Ik heb in deze periode heel wat goudklompjes blootgelegd op
YouTube. Aangezien ik vele jaren in het onderwijs heb gewerkt, ben ik
voldoende 'schooljuf' om als ik zelf iets ontdekt heb een onweerstaanbare drang te ontwikkelen om anderen daarvan kond te doen. Helaas vielen mijn
vertogen over het luistergenot dat barokmuziek oplevert bij mijn familie en
vrienden grotendeels op dovemansoren. Dan maar op deze manier. Ik hoop wel dat
platen- en filmmaatschappijen zich wat minder gaan opwinden over ‘inbreuken op
het auteursrecht’ en ik niet voortdurend mijn links zal moeten bijwerken.
Van mijn oude favorieten is gelukkig nog veel op YouTube te
vinden:
(2)
folkies
[Alan Stivell, Bothy Band, Tannahill Weavers, Steeleye Span, Malicorne];
Al kwam er sinds hun hoogtijdagen nog wel eens een act langs
die ik kan waarderen (zoals Sky met zijn mengeling van klassiek en rock, The Corrs met hun combinatie van pop en Keltische
folk en Wynton Marsalis met zijn baroktrompet), het hielp me niet van mijn sympathie voor de ridders van de plastic axe, zoals Eric Clapton en zijn vrienden, af.
Ook al zijn er van oudere artiesten weinig filmpjes te
bekijken, audiomateriaal is vaak wel aanwezig. Zo vond ik tot mijn verbazing nog niet zo lang geleden mijn complete platencollectie van de Beatles
op YouTube [Help, Rubber Soul, Revolver, Sergeant Pepper's Lonely Hearts Club Band, Magical Mystery Tour, The White Album, Abbey Road, Let It Be]; van Fleetwood Mac eveneens, o.a. op de website gezet door Stevie Nicks herself [Fleetwood Mac,
Rumours, Tusk, Mirage, Tango In The Night]. Helaas zijn deze tijden voorbij: inhalige 'rechthebbenden' (in de meeste gevallen niet de artiesten zelf) hebben hier een einde aan gemaakt en proberen de laatste druppels winst uit deze opnamen te persen.