verhalen, verhandelingen en foto's

zaterdag 28 juli 2012

BAROKMUZIEK VOOR BEGINNERS 9.


INSPIRATIEBRONNEN


Stabat Mater

Stabat mater dolorosa (‘de moeder stond diepbedroefd’) is een 13e-eeuws liturgisch dichtstuk waarvan de auteur anoniem is. Het is o.a. toegeschreven aan Paus Innocentius III, de Franciscaner monnik Jacopone da Todi, John Pecham en Giovanni di Fidanza (1221-1274), die door deskundigen als de meest waarschijnlijke kandidaat wordt gezien. Dit poëem beschrijft het leed van Maria bij het aanschouwen van haar gekruisigde zoon en bestaat uit 20 strofen van drie regels (ook wel weergegeven als 10 strofen van zes regels). Aan het eind van de 14e eeuw was het gedicht al welbekend en bestonden er verschillende vertalingen van. In 1521 werd het opgenomen in het Missale Romanum, maar het Concilie van Trente verwijderde het weer. In 1727 voegde Paus Benedictus XIII het dichtstuk toe aan de misgezangen voor het Feest van Onze-Lieve-vrouw-van-de-Smarten (15 september).

De tekst is door een groot aantal componisten op muziek gezet, waaronder een aantal uit de Barok. Een muzikaal deel kan één of meerdere strofen bestrijken en wordt genoemd naar de eerste regel van de eerste strofe (bijvoorbeeld Quis est homo). Tot de meer recente componisten die het Stabat Mater hebben getoonzet behoren Gioacchino Rossini (1792-1868), Antonin Dvorak (1841-1904) en François Poulenc (1899-1963).

Onder de barokcomponisten die zich aan deze tranentrekker gewaagd hebben treft men o.a. aan:
- Giovanni Felice Sances: Stabat Mater; L’Arpeggiata o.l.v. Christina Pluhar met Philippe Jaroussky (countertenor)
- Marc-Antoine Charpentier: Stabat Mater pour des religieuses [I & II]; Le Concert des Nations o.l.v. Jordi Savall
- Antonio Vivaldi: Stabat MaterEnsemble 415 o.l.v. Chiara Banchini met Carlos Mena (countertenor)
Vivaldi gebruikte slechts de helft van de tekst en de compositie maakt enigszins de indruk van haastwerk, maar is wat mij betreft de meest indrukwekkende. [Extrait door Orfeo 55 met Nathalie Stutzmann]
- Domenico Scarlatti: Stabat Mater; koor en orkest van Le Palais Royal o.l.v. Jean-Philippe Sarcos
- Giovanni Battista Pergolesi: Stabat Mater; in vele versies op You Tube te vinden, o.a. van: Voices of Music met Dominique Labelle (sopraan) en Meg Bragle (mezzosopraan); Les Talens Lyriques o.l.v. Christophe Rousset met Sabina Puertolas (sopraan) en Vivica Genaux (mezzosopraan); Concerto Köln o.l.v. Peter Dijkstra met Johannette Zomer (sopraan) en Maarten Engeltjes (countertenor); Staatskapelle Dresden o.l.v. Bertrand de Billy met Anna Netrebko (sopraan) en Marianna Pizzolato (mezzosopraan); Akademie für Alte Musik Berlin o.l.v. René Jacobs met Sophie Karthäuser (sopraan) en Christophe Dumaux (countertenor); Le Banquet Celeste o.l.v. Damien Guillon met Céline Scheen (sopraan) en Damien Guillon (countertenor); Berliner Barock Solisten o.l.v. Bernhard Forck met Sandrine Piau (sopraan) en Bernarda Finck (mezzosopraan)
Dit is de meest bekende toonzetting, die ook tegenwoordig nog veelvuldig op het concertpodium wordt uitgevoerd. Het was het laatste werk van Pergolesi, die het op zijn sterfbed voltooide (hij overleed aan tuberculose, slechts 26 jaar oud). Dat barokcomponisten er geen been in zagen het werk van collega's te 'recyclen' wordt bewezen door Bachs transcriptie Tilge, Höchster, meine Sünden.


Folia

De folia (Italiaans: follia, Frans: folie d’ Espagne) was een dans afkomstig van het Iberisch Schiereiland. Deze werd in een 15e-eeuwse bron voor het eerst vermeld, maar was waarschijnlijk veel ouder. Het ging om een soort vruchtbaarheidsrite, waarbij als vrouw verklede mannen op de schouders in het rond werden gedragen en die meestal nogal wild eindigde (vandaar de naam). Er waren verschillende muzikale thema’s mee verbonden, maar één daarvan kreeg de overhand en werd een oerthema in de westerse muziek. [Verbreiding]

Het uit 16 maten bestaande akkoordenschema werd vermoedelijk voor het eerst gestandaardiseerd door Jean-Baptiste Lully in 1672. In latere folia’s werd het thema als begin en eind gebruikt met daartussen een aantal variaties (in het geval van Antonio Salieri niet minder dan 26). Meer dan 150 componisten hebben zich door de folia laten inspireren. De variaties van Arcangelo Corelli werden het meest vermaard en vormden de basis voor latere composities van Francesco Geminiani en Sergei Rachmaninoff. De folia was ook de inspiratiebron voor andere melodieën, zoals de Sarabande van Georg Friedrich Händel.

Composities gebaseerd op de folia:

- Antonio Martin y Coll: Diferencias sobre las folias; Hesperion XXI o.l.v. Jordi Savall
- Andrea Falconieri: La FolliaLa Ritirata
- Jean-Baptiste Lully: Folies d’Espagne; Baroque Dance
- Arcangelo Corelli: La Follia; Accademia degli Astrusi, o.l.v. Frederico Ferri
- Antonio Vivaldi: Sonata in d-mineur "La Follia"New York Baroque Incorporated
- Johann Sebastian Bach: Follia uit de Boeren Cantate (BWV 212) [complete cantate]
- Georg Friedrich Händel: Sarabande; muziek uit de film Barry Lyndon; oorspronkelijke stuk
- Domenico Gallo: Folia; Le Musiche Nove o.l.v. Claudio Osele
- Franz Liszt: Rhapsodie Espagnolle; Sophia Agranovich (piano)


Ciaccona

Ook de ciaccona (Frans: chaconne) en de nauw daarmee verwante passacaglia (Frans: passacaille) vonden hun oorsprong op het Iberisch Schiereiland, in een 16e-eeuwse dans die mogelijk afkomstig was uit Hispano-Amerika. [Ze zijn zo nauw verwant dat niemand begrijpelijk kan maken wat nu eigenlijk het verschil is.] Aanvankelijk had de ‘chacona’ de vorm van een rasgueado (een tussenstukje in een door instrumenten begeleide dans). De eerste uitgeschreven ciaccona’s zijn te vinden in Italië aan het begin van de 17e eeuw. Het genre werd rond 1620 geherdefinieerd door de Italiaanse componist Girolamo Frescobaldi (1583-1643). Kenmerkend was de onderliggende baslijn, waarop door de andere instrumenten (of vocalisten) geïmproviseerd/gevarieerd werd.

Aan het begin van de 18e eeuw had de ciaccona als statige dans een veel langzamer tempo gekregen. De baslijn verdween naar de achtergrond (of zelfs helemaal) en de improvisaties (van de componist, niet de musici) kregen meer nadruk. Niet zelden werden deze geschreven voor een solo-instrument, zoals de beroemde chaconne van Bach voor viool (BWV 1004), die ook veelvuldig is getranscribeerd naar een ander instrument.

Composities gebaseerd op de ciaccona/passacaglia:

- Tarquinio Merula: Ciaccona; Il Giardino Armonico o.l.v. Giovanni Antonini
- Claudio Monteverdi: Zefiro Torna; Voices of Music met Thomas Cooley en Christopher LeCluyse (tenor)
- Heinrich Schütz: Es steh Gott auf; Spiritus Collective
- Johannes Hieronymus Kapsberger: Ciaccona; Jan Grüter, luit
- Stefano Landi: Passacaglia della vita; L'Arpeggiata o.l.v. Christina Pluhar met Marco Beasley
- Antonio Bertali: Ciaccona; L’Arpeggiata o.l.v. Christina Pluhar
- Biagio Marini: Passacaglia à quartoLa Caravaggia
- Mauricio Cazzati: Ciaccona; Ensemble L'Aura Soave o.l.v. Diego Cantalupi
- Jean-Baptiste Lully: Chaconne uit Phaeton; Tafelmusik o.l.v. Jeanne Lamon
- Jean-Baptiste Lully: Chaconne de L’ Amour Médecin; La Belle Danse
- Jean-Baptiste Lully: Chaconne uit Cadmus et Hermione; Le Poème Harmonique o.l.v. Vincent Dumestre
- Jean-Baptiste Lully: Chaconne des Scaramouches, Trivelins et Arlequins; Collegium Musicum Bednarska
- Jean-Baptiste Lully: Passacaille uit Armide; Les Talens Lyriques o.l.v. Christophe Rousset
- Jean-Baptiste Lully: Passacaille "Les plaisirs ont choisi pour asile"; Les Arts Florissants o.l.v. William Christie
- Dietrich Buxtehude: Chaconne; Orquesta Sinfonica Juvenil de Caracas o.l.v. Dietrich Paredes
- Johann Pachelbel: Chaconne in f-mineur; Holger Gehring (orgel)
- Arcangelo Corelli: Ciaccona; Accademia degli Astrusi o.l.v. Frederico Ferri
- Robert de Visée: Chaconne in g-majeur; Xavier Diaz-Latorre (luit)
- Henry Purcell: Chaconne in d-mineur uit Diocletian; Musica Historica, Budapest
- Henry Purcell: Chaconne in g-mineur; Brodsky Quartet
- Henry Purcell: Pavan & Chacony; L’Armonia Sonora o.l.v. Mieneke van der Velden
- Henry Purcell: Passacaglia uit The Fairy Queen; Nova Silesia Baroque Orchestra o.l.v. Alfredo Bernardini 
- Henry Purcell: Passacaglia uit King Arthur (How Happy the Lover); Concentus Musicus Wien o.l.v. Nikolaus Harnoncourt  
- Marin Marais: Chaconne; Interpreti Veneziani
- Marin Marais: Chaconne; Cheatham / Léonard / Sempé
- Tomaso Antonio Vitali: Chaconne; David en Julie Coucheron
- Johann Sebastian Bach: Chaconne uit de Partita No. 2; Viktoria Mullova (viool) / Vadim Chaimovich (piano) / John Feeley (gitaar)
- Johann Sebastian Bach: Passacaglia und Fuge in c-moll; Hans-André Stamm (orgel) / trombone octet
- Georg Friedrich Händel: Passacaglia; Itzhak Perlman en Pinchas Zukerman (viool) [moderne versie]
- Georg Friedrich Händel: Chaconne in g-majeur; Aleksandar Serdar (piano) / Vox Orchestra Dominatus o.l.v. Natalie Galstyan
- Sylvius Leopold Weiss: Ciaccona in g-mineur: Daniel Sadzewicz (fluit)
- Jacques Morel: Chaconne en trio; Custos Viol Consort


Humor

Echte lachebekjes waren de barokcomponisten niet, maar gelukkig zijn er een aantal vertolkers die wel van een lolletje houden.

- Malena Ernman is zo gek als een deur (anders had ze nooit aan het Songfestival meegedaan). Ze trakteert haar publiek regelmatig op een humoristische uitspatting, zoals de keer dat haar jurk dreigde af te zakken, of de keer dat ze het aan de stok kreeg met een bij.
- Sarah Connolly in vol ornaat zien is de moeite waard, evenals het bijwonen van haar persconferentie.
- Philippe Jaroussky wordt op zijn nummer gezet door een collega en blijkt over een verrassend diepe bariton te beschikken.
- Pagagnini weet wel raad met de Canon van Pachelbel.

Over mij

Een gesjeesde antropologe en gemankeerde schrijfster die zich schaamteloos uitleeft op het internet.