INSPIRATIEBRONNEN
Stabat Mater
Stabat mater dolorosa
(‘de moeder stond diepbedroefd’) is een 13e-eeuws liturgisch dichtstuk waarvan
de auteur anoniem is. Het is o.a. toegeschreven aan Paus Innocentius III, de Franciscaner monnik Jacopone da Todi, John Pecham en Giovanni di Fidanza (1221-1274), die door deskundigen als de meest
waarschijnlijke kandidaat wordt gezien. Dit poëem beschrijft het leed van Maria
bij het aanschouwen van haar gekruisigde zoon en bestaat uit 20 strofen van
drie regels (ook wel weergegeven als 10 strofen van zes regels). Aan het eind
van de 14e eeuw was het gedicht al welbekend en bestonden er verschillende
vertalingen van. In 1521 werd het opgenomen in het Missale Romanum, maar het Concilie
van Trente verwijderde het weer. In 1727 voegde Paus Benedictus XIII het dichtstuk toe aan de misgezangen voor het Feest van Onze-Lieve-vrouw-van-de-Smarten
(15 september).
De tekst is door een groot aantal componisten op muziek
gezet, waaronder een aantal uit de Barok. Een muzikaal deel kan één of meerdere
strofen bestrijken en wordt genoemd naar de eerste regel van de eerste strofe
(bijvoorbeeld Quis est homo). Tot de
meer recente componisten die het Stabat Mater hebben getoonzet behoren Gioacchino Rossini (1792-1868), Antonin Dvorak (1841-1904) en François Poulenc
(1899-1963).
Onder de barokcomponisten die zich aan deze tranentrekker
gewaagd hebben treft men o.a. aan:
- Giovanni Felice Sances: Stabat Mater;
L’Arpeggiata o.l.v. Christina Pluhar met Philippe Jaroussky (countertenor)
- Marc-Antoine Charpentier: Stabat Mater pour
des religieuses [I & II]; Le Concert des
Nations o.l.v. Jordi Savall
Vivaldi gebruikte slechts de helft van de tekst en de
compositie maakt enigszins de indruk van haastwerk, maar is wat mij betreft de
meest indrukwekkende. [Extrait door Orfeo 55 met Nathalie
Stutzmann]
- Domenico Scarlatti: Stabat Mater; koor en orkest van Le Palais Royal o.l.v. Jean-Philippe Sarcos
- Giovanni Battista Pergolesi: Stabat Mater; in vele versies op You Tube te vinden, o.a. van: Voices of Music met Dominique
Labelle (sopraan) en Meg Bragle
(mezzosopraan); Les Talens Lyriques o.l.v. Christophe Rousset met Sabina Puertolas (sopraan) en Vivica Genaux (mezzosopraan); Concerto Köln o.l.v. Peter Dijkstra met Johannette Zomer (sopraan) en Maarten Engeltjes (countertenor); Staatskapelle Dresden o.l.v. Bertrand de Billy met Anna Netrebko (sopraan) en Marianna Pizzolato (mezzosopraan); Akademie für Alte Musik Berlin o.l.v. René Jacobs met Sophie Karthäuser (sopraan) en Christophe Dumaux (countertenor); Le Banquet Celeste o.l.v. Damien Guillon met Céline Scheen (sopraan) en Damien Guillon (countertenor); Berliner Barock Solisten o.l.v. Bernhard Forck met Sandrine Piau (sopraan) en Bernarda Finck (mezzosopraan)
Dit is de meest bekende toonzetting, die ook tegenwoordig nog
veelvuldig op het concertpodium wordt uitgevoerd. Het was het laatste werk van
Pergolesi, die het op zijn sterfbed voltooide (hij overleed aan tuberculose,
slechts 26 jaar oud). Dat barokcomponisten er geen been in zagen het werk van collega's te 'recyclen' wordt bewezen door Bachs transcriptie Tilge, Höchster, meine Sünden.
Folia
De folia (Italiaans:
follia, Frans: folie d’ Espagne) was een dans afkomstig van het Iberisch
Schiereiland. Deze werd in een 15e-eeuwse bron voor het eerst vermeld, maar was
waarschijnlijk veel ouder. Het ging om een soort vruchtbaarheidsrite, waarbij
als vrouw verklede mannen op de schouders in het rond werden gedragen en die
meestal nogal wild eindigde (vandaar de naam). Er waren verschillende muzikale
thema’s mee verbonden, maar één daarvan kreeg de overhand en werd een oerthema
in de westerse muziek. [Verbreiding]
Het uit 16 maten bestaande akkoordenschema werd vermoedelijk
voor het eerst gestandaardiseerd door Jean-Baptiste
Lully in 1672. In latere folia’s werd het thema als begin en eind gebruikt
met daartussen een aantal variaties (in het geval van Antonio Salieri niet minder dan 26). Meer dan 150 componisten
hebben zich door de folia laten inspireren. De variaties van Arcangelo Corelli werden het meest
vermaard en vormden de basis voor latere composities van Francesco Geminiani en Sergei
Rachmaninoff. De folia was ook de inspiratiebron voor andere melodieën,
zoals de Sarabande van Georg Friedrich Händel.
Composities gebaseerd op de folia:
- Andrea Falconieri: La Follia; La Ritirata
- Jean-Baptiste
Lully: Folies d’Espagne; Baroque Dance
- Arcangelo
Corelli: La Follia; Accademia degli Astrusi, o.l.v. Frederico Ferri
- Alessandro Scarlatti: Variazioni sulla “Follia di Spagna”: Beatrice Martin (clavecimbel)
- Antonio
Vivaldi: Sonata in d-mineur "La Follia"; New York Baroque Incorporated
- Johann
Sebastian Bach: Follia uit
de Boeren Cantate (BWV 212) [complete cantate]
- Georg
Friedrich Händel: Sarabande;
muziek uit de film Barry Lyndon; oorspronkelijke stuk
- Francesco Geminiani: Concerto grosso No. 12 “La Follia”; Finnish Baroque Orchestra o.l.v. George Kallweit
- Domenico Gallo: Folia; Le Musiche Nove o.l.v. Claudio Osele
- Antonio Salieri: Variazioni sull’aria La Follia di Spagna (alleen
audio)
- Franz Liszt: Rhapsodie Espagnolle;
Sophia Agranovich (piano)
- Sergei Rachmaninoff: Variations on a Theme of Corelli; Karl Bäckström (piano)
Ciaccona
Ook de ciaccona
(Frans: chaconne) en de nauw daarmee
verwante passacaglia (Frans: passacaille) vonden hun oorsprong op
het Iberisch Schiereiland, in een 16e-eeuwse dans die mogelijk afkomstig was
uit Hispano-Amerika. [Ze zijn zo nauw verwant dat niemand begrijpelijk kan maken
wat nu eigenlijk het verschil is.] Aanvankelijk had de ‘chacona’ de vorm van een rasgueado
(een tussenstukje in een door instrumenten begeleide dans). De eerste
uitgeschreven ciaccona’s zijn te
vinden in Italië aan het begin van de 17e eeuw. Het genre werd rond 1620
geherdefinieerd door de Italiaanse componist Girolamo Frescobaldi (1583-1643). Kenmerkend was de onderliggende
baslijn, waarop door de andere instrumenten (of vocalisten) geïmproviseerd/gevarieerd werd.
Aan het begin van de 18e eeuw had de ciaccona als statige dans een veel langzamer tempo gekregen. De baslijn verdween
naar de achtergrond (of zelfs helemaal) en de improvisaties (van de componist,
niet de musici) kregen meer nadruk. Niet zelden werden deze geschreven voor een
solo-instrument, zoals de beroemde chaconne van Bach voor viool (BWV 1004), die
ook veelvuldig is getranscribeerd naar een ander instrument.
Composities gebaseerd op de ciaccona/passacaglia:
- Tarquinio Merula: Ciaccona; Il Giardino Armonico o.l.v. Giovanni Antonini
- Alessandro Piccinini: Ciaccona in Partite Variate; Luteduo
- Claudio
Monteverdi: Zefiro Torna; Voices of Music met Thomas Cooley en Christopher
LeCluyse (tenor)
- Heinrich Schütz: Es steh Gott auf; Spiritus Collective
- Johannes Hieronymus Kapsberger: Ciaccona; Jan Grüter, luit
- Stefano Landi: Passacaglia della vita; L'Arpeggiata o.l.v. Christina Pluhar met Marco Beasley
- Stefano Landi: Passacaglia della vita; L'Arpeggiata o.l.v. Christina Pluhar met Marco Beasley
- Antonio Bertali: Ciaccona; L’Arpeggiata o.l.v. Christina
Pluhar
- Biagio Marini: Passacaglia à quarto; La Caravaggia
- Biagio Marini: Passacaglia à quarto; La Caravaggia
- Jean-Baptiste
Lully: Chaconne uit Phaeton; Tafelmusik o.l.v. Jeanne
Lamon
- Jean-Baptiste
Lully: Chaconne de L’ Amour Médecin; La Belle Danse
- Jean-Baptiste
Lully: Chaconne uit Cadmus et Hermione; Le Poème Harmonique o.l.v. Vincent Dumestre
- Jean-Baptiste
Lully: Chaconne des Scaramouches, Trivelins et Arlequins; Collegium Musicum
Bednarska
- Jean-Baptiste
Lully: Passacaille uit Armide; Les Talens Lyriques o.l.v. Christophe
Rousset
- Jean-Baptiste Lully: Passacaille "Les plaisirs ont choisi pour asile"; Les Arts Florissants o.l.v. William Christie
- Jean-Baptiste Lully: Passacaille "Les plaisirs ont choisi pour asile"; Les Arts Florissants o.l.v. William Christie
- Dietrich Buxtehude: Chaconne; Orquesta Sinfonica Juvenil de Caracas
o.l.v. Dietrich Paredes
- Heinrich Ignaz Franz von Biber: Passacaglia;
Inger Hoy (viool)
- Johann Pachelbel: Chaconne in f-mineur;
Holger Gehring (orgel)
- Arcangelo
Corelli: Ciaccona; Accademia degli Astrusi o.l.v. Frederico Ferri
- Henry
Purcell: Chaconne in d-mineur uit Diocletian;
Musica Historica, Budapest
- Henry
Purcell: Chaconne in g-mineur; Brodsky Quartet
- Henry
Purcell: Pavan & Chacony;
L’Armonia Sonora o.l.v. Mieneke van der Velden
- Henry Purcell: Passacaglia uit The Fairy Queen; Nova Silesia Baroque Orchestra o.l.v. Alfredo Bernardini
- Henry Purcell: Passacaglia uit King Arthur (How Happy the Lover); Concentus Musicus Wien o.l.v. Nikolaus Harnoncourt
- Henry Purcell: Passacaglia uit The Fairy Queen; Nova Silesia Baroque Orchestra o.l.v. Alfredo Bernardini
- Henry Purcell: Passacaglia uit King Arthur (How Happy the Lover); Concentus Musicus Wien o.l.v. Nikolaus Harnoncourt
- Marin
Marais: Chaconne; Interpreti Veneziani
- Marin
Marais: Chaconne; Cheatham / Léonard / Sempé
- Tomaso Antonio Vitali: Chaconne; David en Julie Coucheron
- Tomaso Antonio Vitali: Chaconne; David en Julie Coucheron
- Johann
Sebastian Bach: Chaconne uit
de Partita No. 2; Viktoria Mullova (viool) / Vadim Chaimovich (piano) / John Feeley (gitaar)
- Johann
Sebastian Bach: Passacaglia und Fuge in c-moll; Hans-André Stamm (orgel) / trombone octet
- Georg
Friedrich Händel: Passacaglia;
Itzhak Perlman en Pinchas Zukerman (viool) [moderne versie]
- Georg
Friedrich Händel: Chaconne in
g-majeur; Aleksandar Serdar (piano) / Vox Orchestra Dominatus o.l.v. Natalie Galstyan
- Sylvius Leopold Weiss: Ciaccona in g-mineur: Daniel Sadzewicz (fluit)
- Jacques
Morel: Chaconne en trio; Custos Viol Consort
Humor
Echte lachebekjes waren de barokcomponisten niet, maar
gelukkig zijn er een aantal vertolkers die wel van een lolletje houden.
- Malena Ernman is zo gek als een deur
(anders had ze nooit aan het Songfestival meegedaan). Ze trakteert haar publiek
regelmatig op een humoristische uitspatting, zoals de keer dat haar jurk
dreigde af te zakken, of de keer dat ze het aan de stok kreeg met een bij.
- Sarah Connolly in vol ornaat zien is
de moeite waard, evenals het bijwonen van haar persconferentie.
- Philippe Jaroussky wordt op zijn
nummer gezet door een collega en blijkt over een verrassend diepe bariton te
beschikken.
- Pagagnini weet wel raad met de Canon van Pachelbel.